Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En met hem togen op, zo wagenen als ruiteren; en het was een zeer [18]zwaar heir. 18. Dat is, groot in menigte. Aldus wordt een zwaar volk genoemd, Num.20:20, en 1 Kon.3:9, hetwelk uitgelegd wordt een groot volk; 2 Kron.1:10. Zie ook 1 Kon.10:2, en 2 Kon.6:14.